De borden moeten een vingerbreedte van de tafelrand worden geplaatst. De afstand tussen de borden moet ongeveer 50 of 60 centimeter zijn.
en Hoe je aangeeft dat je even pauzeert met het eten? Als je even wilt pauzeren tijdens het eten, leg je bestek dan op de rand van het bord, de vork met de tanden naar beneden en het mes rechts van de vork met de snijkant naar de vork toe. Laat je handen rusten op je schoot. En natuurlijk… praat je niet met een volle mond en slurp, smak, prak en blaas je niet!
Waar moet het bestek liggen? Werk van buiten naar binnen. Het bestek dat u het eerst gebruikt ligt altijd aan de buitenkant. Messen en lepels liggen rechts, vorken links en het dessertbestek ligt boven het bord. De snijzijde van het mes is naar binnen (richting het bord) gericht.
verder Waar zet je het waterglas? Al zijn er wel variaties mogelijk op de grootte van het witte en rode wijnglas. De glazen staan altijd rechts van je bord. Je waterglas plaats je steeds het dichtst bij je bord. Daarnaast, op hoogte van je laatste bestek ongeveer, plaats je je glas voor de witte wijn.
Waar leg je de soeplepel?
Het bestek wat het eerste aan de beurt komt, ligt aan de buitenkant. Vorken liggen links naast het bord, messen rechts en hiernaast de soeplepel en eventueel hiernaast weer het bestek voor een voorgerecht of amuse. Bestek voor het nagerecht ligt boven het bord.
Waar legt u uw servet na afloop van een diner? Voordat je drinkt veeg je eerst je mond met het servet af. Zo worden vetvlekken op het glas voorkomen. Na afloop van het diner hoor je het servet aan de linkerkant van je bord te leggen.
Wat zeg je als iemand klaar is met eten? Omdat veel mensen in hun jeugd erin gedramd hebben gekregen dat je nooit ‘smakelijk eten‘ mag zeggen, is de uitdrukking als een verkliklichtje gaan werken. Woorden als ‘gozer’ (in plaats van ‘vent’) of ‘gebakje’ (in plaats van ‘taartje’) of ‘zeer doen’ (in plaats van ‘pijn doen’) hebben dezelfde attentiewaarde.
Wat is roeien etiquette? Wat ook slordig is, is je bestek op de bordrand laten rusten, met het uiteinde op tafel: “roeien” of “bruggen bouwen”. Je dient je tafelzilver binnenboord te houden: in een omgekeerde letter V. En eigenlijk met de snijkant naar binnen.
Welke drie handelingen doe je voor je het serviesgoed op tafel zet?
Een paar tips op een rij:
- Messen liggen altijd met de snijkant naar het bord.
- Messen liggen altijd rechts van het bord.
- Lepels liggen ook altijd rechts van het bord.
- Vorken liggen altijd links van het bord.
- Dessertbestek ligt altijd boven het bord. …
- Je werkt van groot naar klein.
Welk bestek voor welk gerecht? Voor elk gerecht neemt je proper bestek. Vorken liggen aan de linkerkant, lepels en messen aan de rechterkant. Het bestek voor het dessert ligt boven je bord. We eten met de vork in de linker- en het mes in de rechterhand.
Wat gebruik je bij het opdekken?
Mooi gevouwen servetten, bijpassende kaarsen, glanzend glas- en zilverwerk, bloemblaadjes en andere versieringen. Denk eraan dat de bloemen op tafel geurloos zijn, zodat de smaak van het eten niet beïnvloed wordt.
Waar staan de glazen? Glazen. De benodigde glazen staan rechts boven de borden. Het aantal moet gelijk zijn aan de verschillende te serveren dranken. De volgorde is: het eerst te gebruiken glas staat het meest rechts, het laatst te gebruiken glas meest links.
Hoe dek je glazen in?
De glazen komen boven de borden te staan, in een diagonale lijn – van rechts onder naar links boven. Ook voor de glazen geldt; iedere wijn heeft een eigen glas. Let hierbij dus op de volgorde, van buiten naar binnen. Rode wijn schenk je in grote glazen, en witte wijn mag in een kleiner glas.
Hoe zet je wijn en Waterglazen neer?
Je kunt het beste de glazen neerzetten op tafel in een volgorde van hoog naar laag. De positie van de glazen heeft trouwens ook een volgorde. Het middelste glas zet je neer boven de punt van het grootste mes en het kleinste glas staat aan de linkerkant ernaast. Het waterglas zet je rechts voor het grootste wijnglas.
Waar moet Broodbordje staan? Het broodbordje komt steeds aan de linkerzijde van het bord te staan, naast de vork.
Waar ligt de lepel als soep Het eerste gerecht is? Dus als er tijdens de eerste gang soep wordt geserveerd, dan ligt de soeplepel aan de buitenkant. De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand.
Welke kant Broodbordje?
De lepels liggen rechts van het mes. Het bestek leg je van buiten naar binnen neer. Dat wil zeggen, serveer je als eerst soep, dan ligt de soeplepel aan de buitenkant van het bestek. Het broodbordje staat linksboven met het botermes erop.
Waar leg je je servet na het eten? Het servet leg je links naast de vorken neer. Als je geen soep serveert, kun je het servet ook een plekje geven op het bord. Wees creatief: vouw het servet bijvoorbeeld in een waaier of rol hem in een servetring.
Hoe eet je soep volgens de etiquette?
Gebonden soep eet je van je af, ongebonden soep (zoals bouillon) eet je naar je toe. Zorg ervoor dat je bord niet als laatste en evenmin als eerste leeg is. Eet zodat de gasten vergeten dat je aan het eten bent—praat niet met de mond vol, neem kleine hapjes en kijk niet te gretig.
Hoe leg je een servet op schoot?
Plaats het servet op je schoot, volledig ontvouwen als het een klein servet is, of half ontvouwen in de lengte als het een groot servet is. Schudt hem niet open. Het servet blijft op je schoot liggen tot het einde van de maaltijd. De gastheer geeft het einde van de maaltijd aan door zijn servet op tafel te leggen.